Het geslacht Smallegange |
![]() |
De geschiedkundige Mattheus Smallegange (1620-1704) schreef onder andere de Nieuwe Cronyk van Zeeland, een destijds gezaghebbend werk op het gebied van
cartografie en
heraldiek.
In de kroniek beschrijft Smallegange onder andere een uitgebreide genealogie van zichzelf, in de 12e eeuw beginnend met Heer Arent Met Den Buicke (blz. 737).
In het tijdschrift Nehalennia (nr. 127, zomer 2000) is een artikel verschenen over het huis of kasteel Smallegange te Abbekinderen
Mattheus stierf zelf kinderloos en veel Smalleganges (en ook Augusteijns) hebben later geprobeerd, de familieband aan te tonen tussen zichzelf en het geslacht Smallegange, zoals dat in de kroniek is beschreven.
Voor zover mij bekend is dat niemand gelukt. (Zie ook: Polderman/Harthoorn, Het nieuwe geslachtsboek Smallegange, A'dam 1953).
In de Tweede Wereldoorlog bestond er een Smallegangevereniging. Mijn vader is daar lid van geweest, hoewel hij daar eigenlijk niet toe gerechtigd was. Zijn
grootmoeder was een Smallegange en dat was een generatie te ver weg.
Volgens de Nieuwe Cronyk van Zeeland nam Willem van Smallegange ca. 1300 het volgende familiewapen aan:
PER ANGUSTA AD AUGUSTA: | Door smalle gangen naar verhevenheid |
CANDOR QUI TENEBRIS FULGET DAT SIDERA COELO: | Het blanke licht dat in de duisternis blinkt geeft sterren aan de hemel |